Enkele dagen geleden publiceerde het Centraal Planbureau (CPB) het onderzoek ‘Samenwerking opvang en onderwijs’. In het rapport worden zowel de voor- als nadelen belicht van een intensievere samenwerking tussen het onderwijs en kinderopvangvormen zoals gastouderopvang. Conclusie: meer samenwerking is niet altijd beter.
Enkele dagen geleden publiceerde het Centraal Planbureau (CPB) het onderzoek ‘Samenwerking opvang en onderwijs’. In het rapport worden zowel de voor- als nadelen belicht van een intensievere samenwerking tussen het onderwijs en kinderopvangvormen zoals gastouderopvang. Conclusie: meer samenwerking is niet altijd beter.
Soepeler overdracht en minder stress
Een voor de hand liggend voordeel van samenwerking tussen onderwijs en gastouderopvang is een soepele overdracht. In dit artikel gaven wij al eens tips voor een goede overdracht, waaronder het organiseren van speciale overdrachtsactiviteiten, het maken van koppeltjes en het stimuleren van zelfstandigheid.
Maar er zijn meer voordelen verbonden aan een intensieve samenwerking, zo blijkt uit het rapport van het CPB. Zo hebben kinderen met een onderwijs- en taalachterstand er veel baat bij en levert het ouders minder stress op. In het laatste geval moeten de kinderen dan wel op dezelfde locatie zitten.
Maar samenwerking alleen is niet zaligmakend. Er kunnen namelijk ook nadelen aan verbonden zijn, zo stellen de onderzoekers. Het kan zorgen voor segregatie tussen verschillende scholen en ouders belemmeren in hun keuzevrijheid.
Segregatie en minder keuzevrijheid
De onderzoekers pleiten er daarom voor niet blind in te zetten op meer samenwerking. Lichte vormen zijn prima, zoals het werken aan dezelfde thema’s of het delen van kennis over kinderen. Hierdoor kan een meer geïndividualiseerde aanpak worden gehanteerd en stijgt de kwaliteit op zowel de opvang als in het onderwijs.
Dit is iets waar kinderen met een achterstand, bijvoorbeeld op het gebied van taal en onderwijs, de vruchten van plukken. Wel is het zo dat juist deze groep relatief weinig gebruik maakt van gastouderopvang.
Ook waarschuwen de onderzoekers voor een tunnelvisie bij ouders. Het is immers verleidelijk te kiezen voor een school die intensief samenwerkt met de opvang waar het kind reeds naartoe gaat. Hierdoor kan er een tendens ontstaan waarbij kinderen van werkende ouders naar andere scholen gaan dan kinderen van niet werkende ouders. Ook heeft de laatste groep dan meer keuzevrijheid.
Meer samenwerken niet zaligmakend
Het CPB concludeert dat intensievere samenwerking tussen opvanglocaties en scholen weliswaar voordelen biedt, maar zeker niet zaligmakend is. Het nemen van kwaliteitsmaatregelen in de opvang heeft waarschijnlijk meer positieve effecten. Daarnaast kunnen financiële maatregelen helpen om kinderopvang toegankelijker te maken voor kinderen met een taal- en onderwijsachterstand.
Meer weten over het rapport van het CPB? Bekijk de volledige versie.