De Dienst Toeslagen – onderdeel van het ministerie van Financiën – past in een proef zelf het voorschot voor kinderopvangtoeslag voor ouders aan. De dienst doet dit alleen als blijkt dat de gegevens niet langer kloppen en wil hiermee voorkomen dat ouders te veel ontvangen kinderopvangtoeslag moeten terugbetalen.
De hoogte van kinderopvangtoeslag is inkomensgerelateerd: verdien je minder dan krijg je vanuit de overheid een hogere vergoeding voor kinderopvang, verdien je meer dan krijg je een lagere vergoeding. Ouders geven zelf de hoogte van hun geschatte inkomen voor het lopende jaar én de afgenomen kinderopvanguren op, en op basis daarvan keert de Dienst Toeslagen maandelijks het voorschot kinderopvangtoeslag uit. Blijkt achteraf dat ouders hun inkomen te hoog of te laag hebben ingeschat, dan wordt de rekening aan het eind van het jaar vereffend.

Hoge eindrekening
In de praktijk betekent dit dat ouders die hun inkomen te laag hebben ingeschat, te veel toeslag hebben ontvangen en soms hoge bedragen terug moeten betalen. Om te voorkomen dat ouders onbewust op deze manier een schuld opbouwen, is de Dienst Toeslagen een proef gestart onder ruim 12.000 mensen die huur-, zorg- of kinderopvangtoeslag ontvangen. De dienst past zelf de toeslagen aan, afgestemd op – in het geval van kinderopvangtoeslag – het geschatte inkomen van de ouder om te voorkomen dat ouders hoge bedragen moeten terugbetalen.
Werkwijze Toeslagen
Hoe dit precies werkt, legt Jaap Eikelboom, woordvoerder Toeslagen, uit: ‘Onze informatiepositie is de afgelopen jaren een stuk verbeterd. Kinderopvangorganisaties zijn verplicht maandelijks door te geven hoeveel opvanguren elke ouder afneemt. Via de Belastingdienst krijgen we informatie over de inkomens van ouders. Dit zijn de twee belangrijke indicatoren waaruit wij kunnen zien of ouders iets moeten bijbetalen of terugkrijgen aan het einde van het jaar. Als we zien dat de gegevens niet kloppen met het voorschot, gaan we in eerste instantie mensen persoonlijk benaderen. We sturen een brief en bellen na om door te geven dat we zien dat volgens onze informatie de gegevens niet meer kloppen. Daarnaast houden we vier keer per jaar de campagne ‘Check. Pas aan. En door’, waarmee we mensen attenderen hun gegevens voor toeslagen te controleren en eventueel aan te passen. Ondanks onze inspanningen, is het moeilijk mensen zo ver te krijgen dat ze actie ondernemen. Twee derde van de mensen die we meerdere keren benaderen, geven geen opvolging aan onze attendering. Daarom doen we nu een proef waarin we het voorschot van deze groep mensen, waarvan we zien dat de gegevens niet meer kloppen en die geen actie ondernemen, aanpassen. Voordat we dat doen, nemen we allereerst nogmaals contact op met deze mensen, via brieven en telefonisch. Daarin geven we aan dat we zien dat hun gegevens niet kloppen en dat we voornemens zijn het voorschot aan te passen. Het is een nieuwe manier om te kijken of we hoge terugvorderingen kunnen voorkomen; een sluitstuk binnen de gehele aanpak. Wel goed om te weten: ouders kunnen te allen tijde zelf het voorschot weer terugzetten. Daar worden ze netjes op gewezen.’ Vervolg pilot
Vervolg pilot
‘We hebben een tijd nagedacht voor we deze pilot van start lieten gaan’, vertelt Eikelboom. ‘Er zijn veel maatschappelijke organisaties bij betrokken, die ons input geven. Het is een kwetsbaar thema. We doen het echt als pilot om te kijken wat ouders en betrokken kinderopvangorganisaties aan ons terugkoppelen over deze werkwijze en of zij die als prettig ervaren. Aan de hand daarvan kijken we of de proef succesvol is en of dit in de toekomst een manier is om hoge terugvorderingen tegen te gaan.’
Bron: Kinderopvangtotaal