Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2025 aangekondigd dat de voorgenomen bezuiniging op de kinderopvangtoeslag in 2026 niet doorgaat. Dit betekent dat het maximum uurtarief waarop de toeslag is gebaseerd, in 2026 wél wordt geïndexeerd. Een belangrijke beslissing die zowel ouders als gastouders lucht geeft.
De maatregel – het bevriezen van het maximumuurtarief – zou ouders, vooral met lagere inkomens, hard hebben geraakt. Kinderopvangorganisaties zouden hun tarieven vanwege stijgende kosten wél moeten verhogen, terwijl de toeslag achterbleef. De kloof tussen de vergoeding en de werkelijke kosten zou daardoor opnieuw groeien.
Volgens belangenvereniging BOinK was het risico groot dat ouders hierdoor minder zouden gaan werken. Uit een recente peiling onder bijna 1500 ouders gaf een meerderheid aan dit serieus te overwegen als de opvang duurder zou worden. Dit zou haaks staan op het overheidsbeleid om arbeidsparticipatie te stimuleren.
De kritiek kwam niet alleen van ouders. Ook de Raad van State uitte stevige bezwaren tegen de bezuiniging, en de partijen achter het Kinderopvangakkoord – waaronder BOinK, BK, BMK, PPINK, Nysa, BVOK en Voor Werkende Ouders – voerden maandenlang intensieve lobby om het besluit terug te draaien. Die inzet heeft zijn vruchten afgeworpen.
Wat betekent dit voor gastouders?
Voor gastouders is het schrappen van de bezuiniging positief nieuws. Doordat ouders blijven profiteren van een redelijk vergoed uurtarief, blijft de vraag naar gastouderopvang stabiel. Het geeft bovendien duidelijkheid en rust bij ouders die overwegen om voor gastouderopvang te kiezen.
Emmeline Bijlsma, directeur van Brancheorganisatie Kinderopvang (BK), benadrukt dat vooral gezinnen met lagere inkomens hiermee geholpen zijn: “Zo houden we de kinderopvang toegankelijk voor de kinderen die er het meest baat bij hebben.”
Hoewel het besluit een stap in de goede richting is, blijft structurele betaalbaarheid van opvang een belangrijk aandachtspunt. Zoals BOinK stelt: “Kinderopvang moet toegankelijk zijn voor iedereen, ook financieel.” Wat de exacte geïndexeerde tarieven voor 2026 zullen zijn, is op dit moment nog niet bekend.