Het aantal kinderen dat naar de kinderopvang gaat groeit weer. De groei werd al in 2015 ingezet, maar kwam in het derde kwartaal van 2016 aanvankelijk tot een halt. Inmiddels is de positieve lijn weer ingezet, want in het vierde kwartaal van 2017 maakten maar liefst 702.000 kinderen in ons land gebruik van opvang zoals gastouderopvang.
Het aantal kinderen dat naar de kinderopvang gaat groeit weer. De groei werd al in 2015 ingezet, maar kwam in het derde kwartaal van 2016 aanvankelijk tot een halt. Inmiddels is de positieve lijn weer ingezet, want in het vierde kwartaal van 2017 maakten maar liefst 702.000 kinderen in ons land gebruik van opvang zoals gastouderopvang.
Gastouder nog altijd vertrouwd adres voor kind
De nieuwe cijfers zijn bekendgemaakt door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Belastingdienst. Het stijgende aantal kinderen blijkt nog altijd keurig verdeeld over de verschillende vormen van opvang. Zo gingen er eind 2016 277.000 kinderen naar de dagopvang en maar liefst 325.000 naar de buitenschoolse opvang.
Ook de gastouder blijkt voor ouders nog altijd een vertrouwd adres. In de leeftijdscategorie van 0 tot en met 3 jaar gingen er in kwartaal 4 van 2016 65.000 kinderen naar gastouders, terwijl dit gold voor 54.000 kinderen in de leeftijdscategorie van 4 tot en met 12 jaar. Sommige ouders kiezen er daarnaast bewust voor hun kind naar verschillende vormen van opvang te sturen.
Elke opvangvorm heeft immers zo zijn specifieke voordelen. Zo adviseert hoogleraar kinderopvang Ruben Fukkink om bij kinderen vanaf 6 maanden oud voor gastouderopvang te kiezen. Dit omdat het gevoel van welbevinden bij een gastouder iets hoger blijkt te liggen dan bij andere vormen van kinderopvang.
Meer werkende moeders dankzij kinderopvangtoeslag en economie
Het toenemende aantal kinderen dat gebruik maakt van opvang, valt onder andere te verklaren door de hogere kinderopvangtoeslag en de beter draaiende economie. Steeds meer ouders met kinderen werken, waarbij met name de stijging van de hoeveelheid werkende vrouwen een duidelijk zichtbare tendens is.
Gemiddeld werken vrouwen wekelijks nu meer dan 25 uur, terwijl moeders van jonge kinderen in de leeftijdscategorie van 0 tot en met 11 jaar zelfs nog iets meer uren werken. Sinds 2012 was het aantal werkende vrouwen niet meer zo groot als nu.
Duidelijk zichtbare jaarlijkse groei
Een positieve ontwikkeling, zo zegt Lodewijk Asscher van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De minister noemt het fantastisch om te zien dat steeds meer moeders werken en dat hun kinderen het tegelijkertijd naar de zin hebben op de kinderopvang.
De groei van het aantal kinderen dat gebruik maakt van opvang blijkt nog het duidelijkst uit de onderstaande jaarlijkse gemiddelden:
- 2014 – 620.000 kinderen naar de opvang
- 2015 – 639.000 kinderen naar de opvang
- 2016 – 682.000 kinderen naar de opvang