Enkele dagen geleden stuurde minister Asscher van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2 wetsvoorstellen naar de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en het wetsvoorstel innovatie en kwaliteit kinderopvang hebben als doel om de kwaliteit van de kinderopvang en peuterspeelzalen in de komende jaren flink omhoog te brengen. Daarnaast komt er voor ouders die werken 1 financieringssysteem van kinderopvangtoeslag waar zowel kinderopvang als peuterspeelzaalwerk onder vallen.
Enkele dagen geleden stuurde minister Asscher van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid twee wetsvoorstellen naar de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en het wetsvoorstel innovatie en kwaliteit kinderopvang hebben als doel om de kwaliteit van de kinderopvang en peuterspeelzalen in de komende jaren flink omhoog te brengen. Daarnaast komt er voor ouders die werken 1 financieringssysteem van kinderopvangtoeslag waar zowel kinderopvang als peuterspeelzaalwerk onder vallen.
Goede start voor elk kind
De nieuwe maatregelen van het kabinet moeten ervoor zorgen dat elk kind kan rekenen op een goede start van zijn of haar leven. Kinderopvang zoals gastouderopvang is namelijk goed voor de ontwikkeling van het jonge kind. Kinderen die in groepsverband actief zijn, leren van elkaar, zo blijkt uit onderzoek. Niet alleen op het gebied van elementaire zaken, maar ook op het vlak van sociaal-emotionele ontwikkeling.
En dus vindt minister Asscher dat elk kind recht heeft op deze voordelen, ongeacht het salaris van zijn of haar ouders. “Alle kinderen verdienen het om al vroeg samen te kunnen spelen en daarbij ook spelenderwijs te leren. Dat geeft ze niet alleen veel plezier, maar ook een goede start op de basisschool”, aldus de minister.
Kwaliteitseisen kinderopvang worden aangescherpt
Natuurlijk moet de kwaliteit van de kinderopvang en peuterspeelzalen wel toereikend zijn om kinderen deze voordelen daadwerkelijk te kunnen bieden. Daarom gaan voor allebei vanaf nu dezelfde kwaliteitscriteria gelden. Zo zou het voor peuters minder uit moeten maken welke vorm van kinderopvang ze gebruiken.
In de huidige situatie blijkt dat namelijk nog wel degelijk uit te maken. Daar waar een gastouder of oppas aan huis doorgaans werkt in een kleinschalige setting en veel aandacht kan besteden aan het individuele kind, moeten medewerkers in de kinderopvang en op peuterspeelzalen deze aandacht verdelen over veel grotere groepen. Ook blijkt dat niet al deze medewerkers de Nederlandse taal goed beheersen. Een aandachtpunt waaraan gewerkt moet worden, volgens Asscher.
Wetsvoorstellen in werking vanaf 2018
De wetsvoorstellen vallen in de smaak bij veel branchegerelateerde organisaties. Denk hierbij onder meer aan Sociaal Werk Nederland (voorheen MO-groep), de Brancheorganisatie Kinderopvang, ouderorganisatie Boink, het CNV, BMK, de FNV en het VNG.
Met gemeenten is in het voorjaar de afspraak gemaakt dat ook kinderen van niet-werkende ouders gebruik moeten kunnen maken van de opvang. Zo hebben alle peuters gelijke kansen, of hun ouders nu wel of niet werken. Op 1 januari 2018 zullen de wetsvoorstellen naar verwachting definitief in werking treden.